Interviews in Mourindi
Door: elke van gils
Blijf op de hoogte en volg Elke
11 April 2016 | Gabon, Tchibanga
Onderweg waren er een aantal bruggetjes die we over moesten om de rivieren over te steken. 1 ervan is kapot, waar we op de heenweg al vast zaten, dus we waren erop voorbereid dat we een omweg door de blub moesten maken. Nog geen 2 meter en de chauffeur reed de auto al vast, we waren nog niet eens ín de rivier. Gelukkig waren er twee van de jongens uit het dorp met ons meegekomen en konden helpen duwen. Nadat ze een uur ruzie hadden staan maken over wat de beste weg was om uit de blub te komen, lukte het de chauffeur eindelijk om erdoorheen te rijden. Gelukkig, want wachten totdat er weer een auto toevallig voorbij komt kan wel een paar dagen duren. Daarna nog een iets grotere brug die al een beetje gammel was op de heenweg. We stonden er net met 4 wielen op toen rechts achter opeens door de houten planken zakte. De chauffeur schrok volgens mij zo erg dat hij stopte met rijden. Rest van de mannen in de auto schreeuwden allemaal tegelijk: “Alors Alors Alors” (doorrijden). Was blij dat we de overkant haalde, je gaat toch niet stilstaan op een brug die op het punt staat in te storten?! Daarna reden ze ook nog gewoon door zonder te kijken of de brug gemaakt kon worden. Wat als de volgende auto nou echt helemaal erdoorheen zakt?
Onderweg heb ik al een interview kunnen doen met de village chief van een klein dorp. Er leven alleen maar oude mannetjes die met pensioen zijn en na hun werk terug gekeerd zijn naar het dorp om hun laatste jaren door te brengen. Hij vertelde me dat ze hier te oud waren om nog op bush meat te jagen, maar vervolgens vond ik wel een kogel huls op het grasveld.
In de middag kwamen we aan in Mourindi, eerst zoeken naar een plek om te overnachten. We werden meegenomen naar wat huisjes, waar ik al een antilope en olifanten schedel tegen kwam. Duidelijk dat ze hier dus nog steeds bush meat eten. Het is een betonnen huisje dat op slot kan waar ik al heel blij mee ben, maar de inhoud is ietsje minder over te zeggen. Geen kraanwater, (dus jerrycans vullen in de rivier verderop), matras die volgens mij een heel leger aan luizen bevat en genoeg kamergenootjes (muizen, hagedissen, spinnen). Een vrouw uit het dorp kookt voor ons omdat we hier geen keuken hebben. Die is er wel soort van, maar niet in die staat dat je hem ook kunt gebruiken. ’s Middags eindelijk een heerlijke maaltijd gehad!! Rijst met gekookte cassave bladeren (net spinazie) en gekookte bananen. De bananen die ze zelf verbouwen zijn super lekker, lijken net gekookte aardappelen maar dan beter. Het is een ander, veel groter, soort dan de zoete banaantjes die we in het bos hebben gegeten.
In de avond reden we diep het bos in om na een week eindelijk bereik te vinden met mijn mobiel. Een man uit het dorp met geweer stapte in. We gingen hem afzetten in het bos zodat hij kon gaan jagen. Beetje tegenstrijdig dat Patrice, als medewerker van IRET (natuurbescherming organisatie in Gabon) een jager helpt om te gaan jagen in een beschermd natuurgebied. De volgende dag hoorde ik dat de man een gazelle en schildpad had gevangen. Tijdens ons ontbijt vanochtend liep de schildpad nog vrolijk rond door de kamer. Ben een beetje bang voor het avondeten…. Ontbijt was wel heel goed, lokale deegballetjes (lijkt op droge Nederlandse oliebollen), rijst en bonen met worst. Stevige maaltijd dus het is niet zo erg dat ze de lunch hier overslaan.
Vandaag eerste interviews in Mourindi gedaan. Eerst bij de politie langs geweest waar ze even autoriteit uit moesten stralen en mijn gegevens opschreven op een a4’tje dat ze vervolgens toch kwijt zullen raken.
Af en toe snap ik niks van de mensen hier. Het ene moment stond een man te schreeuwen tegen Patrice, blijkbaar omdat ik perongelijk een foto van zijn plantage had gemaakt. Het volgende moment wilt hij maar al te graag geïnterviewd worden. We moesten mee naar zijn hutje in het bos zodat we de plantage konden zien. Ieder plantje moest gezien worden, met uitgebreide uitleg wat het was en hoe het verbouwd werd. Lopend tussen de cassaveplanten en bananenbomen geprobeerd om te vragenlijst af te werken. Zijn vrouw bleef maar lachen en me aandringen om ook met haar man te trouwen, gezellig. In de kleine dorpjes is het heel normaal dat mannen meerder vrouwen hebben. Hoe meer vrouwen, hoe meer handen om op je land te werken. We kregen van alles mee van zijn plantage; pepers, pinda’s, bladeren (geen idee waarvoor), mais. Het is hier normaal dat je alles wat je op je land hebt deelt met andere mensen.
Na het interview wilde de man en vrouw heel graag de plek laten zien waar ze lokale witte wijn maken, omdat ik dat persee op foto vast moest leggen. We liepen stijl omhoog het bos in, waar een omgekapte palmboom lag. In het midden van de stam hadden ze een gat gemaakt, met daaronder een grote kuil met een hele grote glazen pot erin. Het sap dat uit de palmboom komt lopen wordt opgevangen in de pot. Iedere dag komt hij naar de palmboom om nieuwe stukjes stam af te snijden zodat er nieuw vocht uit de palm blijft komen. Met blaadjes vegen ze het residu weg zodat het gat niet verstopt raakt. Ik kreeg meteen de fles onder mijn neus geduwd. Hele gekke smaak, kon witte wijn er wel in herkennen maar het was wat zoeter met een rare nasmaak. Daarna liet hij me zien hoe ze er alcohol aan toe voegen. Hij schudde de pot leeg en er kwam soort zaagsel uit (wat blijkbaar alcohol afgeeft) en een dikke kakkerlak. Dat verklaart het rare nasmaakje…
Als avondeten kregen we gazelle, die de man de avond ervoor geschoten had toen we hem in het bos af gingen zetten. Nu snap ik waarom iedereen hier gazelle jaagt, het is super lekker! Beetje combinatie van kip en stoofvlees. Vanochtend bij het ontbijt was de schildpad er weer, maar dit keer in stukjes in de pan. Die heb ik toch maar even overgeslagen, ik kon de pootjes zien liggen.
De interviews van vandaag waren een beetje deprimerend. We zijn naar kleinere dorpjes in de buurt gereden om te kijken of ze hier nog kunnen overleven van bushmeat. Het kwam erop neer dat mensen of opgepakt worden omdat ze illegaal jagen of dood gaan van de honger. Veel huishoudens vertelden dat ze op het moment alleen maar rijst kunnen eten (niet eens een product dat ze zelf verbouwen), omdat de olifanten al hun gewassen vertrappen en opeten. Het is een erg groot probleem rondom het National Park, maar de overheid doet er niks aan en het is voorboden voor mensen om er zelf iets aan te doen. Het is wel moeilijk om te zien hoe armoedig ze leven in de kleinere dorpjes. Je wilt graag wat doen, maar dat kan eigenlijk niet. Geld of wat eten geven heeft geen zin, want daar hebben ze alleen op korte termijn iets aan. De manier van leven zal moeten veranderen in deze dorpjes, willen de mensen kunnen overleven. Maar veel van de dorpjes zijn leeg aan het stromen, jongere vertrekken naar grotere dorpen en steden om banen te zoeken omdat het erg moeilijk is om nog van de plantages te leven. Vanmiddag zijn we weer langs de controle post van het NP gelopen. Al die dagen dat ik hier zit heb ik nog nooit iemand in het huis gezien. Ze horen controles uit te voeren om illegale activiteiten rondom het National Park te stoppen, maar dit wordt maar zelfden gedaan. Waarom voer je zo strikte regels in, waar je mensen door laat lijden, maar vervolgens handhaaf je die regels niet eens?
De man van het gezin waar we iedere dag mogen komen eten heeft 3 jaar terug 2 olifanten gedood, omdat ze zijn plantage vernielden. Mensen kwamen vanaf Tchibanga, 40 km verderop, om mee te eten van het vlees. Een groot gebeuren hier! Hij heeft geluk dat hij niet betrapt is anders werd hij in de gevangenis gezet. Wel knap geschoten, hij heeft maar 1 hand. Hij werkte eerst als bodyguard van de president, maar door een auto ongeluk is hij zijn hand verloren. Hij werd ontslagen en het gezin is terug verhuist naar Mourindi om op het platteland te leven. Hij hoort een compensatie te krijgen voor zijn werk voor de president en het ongeluk, maar na zoveel jaren heeft hij nog steeds niks gehoord.
Interviews in Mourindi zijn ook weer klaar. Nog laatste keertje ontbijten met lokale eten. Ouders lijken hier geen moeite te hebben met het eten geven van hun kindjes. In het huishouden waar we iedere dag komen, gaan de kindjes netjes op een rijtje op de grond zitten en eten snel hun bakje met rijst leeg.
Afscheid genomen van het regenwoud en de mooie natuur. Tussenstop in Tchibanga (dit keer kamer zonder kakkerlak :D) en morgen rijden we terug naar de hoofdstad, Libreville.
Ik heb in ieder geval heel veel Afrikaans wilde dieren gezien. Helaas meer dood dan levend…. Onderweg naar Libreville kwamen we echt van alles tegen; krokodil, serval cat, aapjes, pangolin, otter, waterslang, schildpad, porcupine, gazelle. Allemaal bush meat dat ze op de kop aan een touwtje naast de weg hangen, hopen dat iemand ‘t koopt. Helaas hadden wij de auto al volgeladen. Patrice (kamp manager) wilde inkopen voor thuis doen, dus we hadden in de koelbox een bevroren gazelle en porcupine liggen. Onderweg kwam daar nog veel meer bij; 10kilo verse vis (gaat stinken na 3 uur in de hitte), cassave knollen, spinazie, tarro bladeren, 8 trossen bananen (niet die kleintjes uit de supermarkt, maar halve bomen), pompelmoezen.
Na 11 uur onderweg geweest te zijn, terug op het noordelijk halfrond (evenaar overgestoken) was ik heel blij dat ik eindelijk uit de auto kon en weer een lekker bed heb in het guesthouse. Dit weekend even tijd gehad om bij te komen en deze week de laatste interviews in kleine dorpjes rondom Libreville.
-
12 April 2016 - 09:11
Els:
Ha Elke,
Weer een mooi realistisch verhaal. Zo te lezen heb je al behoorlijk wat interviews kunnen afnemen. Je gevoel over de handel zal ook wel wat dubbel zijn zeker omdat deze mensen het niet zo goed hebben. Jammer dat zo'n overheid hier niets aan doet.
Veel groetjes.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley