research camp Moukalaba Doudou National Park
Door: elke van gils
Blijf op de hoogte en volg Elke
09 April 2016 | Gabon, Doussala
Vroeg in de ochtend vertrokken Dr. Patrice (werkt bij IRET, is kamp manager en helpt mij met de vragenlijsten), Justine (chauffeur van IRET) en ik van Libreville naar Tchibanga, een van de grotere dorpen in het zuiden. Ze zien er allebei redelijk “ontwikkeld’’ uit dus ik dacht dat t wel goed zou komen. Totdat Justine Patrice rijlessen begon te geven onderweg en ik ietsje minder gerust was. Na een paar uur ging Justine rijden en dacht ik dat het beter zou worden, maar hij scheurde met 120 km/uur over wegen waar je eigenlijk maar 80km/u kan (en 50km/u mag) rijden.
Onderweg heb ik voor het eerst bush meat langs de weg zien hangen. Het zat er aan te komen, maar het is toch naar om het in werkelijkheid te zien. Duikers (mini antilope), guenons (kleine aapjes), krokodil, verschillende dieren kwamen voorbij. Op de kop hingen ze aan een touwtje langs te weg, om te verkopen.
In een groter dorp hebben we de inkopen (eten etc.) gedaan voor 3 weken. Patrice dacht dat we met 4 wc rollen, 3 weken, 3 personen wel genoeg zouden hebben. Dus niet! Meisjes doen ook een grote boodschap hoor…
Na een lange dag in de hitte in de auto te hebben gehangen, op de achterbank van een 4x4 busje, kwamen we eindelijk in Tchibanga aan. Voor 2 nachten zouden we in een hotel moeten slapen voordat we door kunnen naar het kamp, omdat ze hier ook Nationale feestdag hebben met Pasen. Het hotel was weer typisch Afrikaans. Bed, kast, douche (die niet werkt, dus een emmer water ernaast) en natuurlijk als welkomcadeau een dode kakkerlak in de badkamer. Typisch dat je er altijd 1, dood, op zijn rug aantreft. Eindelijk kon ik even “douchen”, de badkamer was meteen bruin van al het vuil en stof. ’s Avonds zijn we het dorp in gegaan om wat vrienden van Patrice en Justine te ontmoeten. Heel leuk om zo onder de locals te komen en te zien hoe zij hun avonden doorbrengen. We gingen naar een soort bar, gebouwtje met keiharde muziek aan, en veel zatte mannen. De chauffeur ben ik nog niet helemaal aan uit wat voor iemand dat is. Hij is tegen de 50, maar hij stelde me voor aan zijn “vriendin”, een meisje van 18 jaar. Ik heb het idee dat ze hier niet zo strikt zijn met monogamie… Het vinden van avondeten was nog best lastig. Het was zondag dus alle toeristen restaurants waren gesloten, waardoor we wat “fastfood” langs de weg moesten kopen, lokaal eten. Ik heb geen idee wat het was, maar het had vleugels volgens Patrice. Dus ik heb iig geen aap gegeten.
De volgende ochtend kreeg ik na 3 uur niks doen en wachten eindelijk te horen dat we dezelfde dag al konden vertrekken. Na een half uur stopten we alweer omdat ze even wat wilden drinken in de bar van gisteravond. Een paar huwelijksaanzoeken van zatte mannen en gebrekkige Franse gesprekken verder konden we weer verder rijden. In Mourindi (een groter dorpje) zouden we voor het laatst bereik hebben. Zegt Patrice opeens: O ja, jij hebt volgens mij de provider die hier niet werkt. Aaaahhh!!! Waarom komt hij daar nu pas mee?!?!
Hier kom je er weer achter hoeveel er thuis zo vanzelfsprekend is. Ik weet dat ik me dat ook realiseerde toen ik in Madagaskar was, maar het is raar hoe snel je dat weer vergeet. Ik merk na 2 jaar dat ik alweer heel erg moet wennen aan wat hier niet kan, wat je niet hebt en waar je hier niet vanuit moet gaan.
Maar de wilde natuur maakt hier alles goed, ontzettend mooi! Overal groen, grote tropische bomen, struiken en uitgestrekte savanne vlaktes. Onderweg kwamen we veel huisjes tegen waar we overal even hallo moesten gaan zeggen. Bij een rieten hutje waar een gezin met heel veel kinderen woont, allemaal dikke buikjes en een bakje rijst om op te eten, stapte we uit om even te gaan zitten. Als je met ze praat (Patrice en Justine die met ze praten, ik probeer er vlagen van mee te krijgen) merk je dat ze precies hetzelfde zijn als mensen thuis, en waarom ook niet eigenlijk. Ze leven met het minimale, kapotte kleren, maar ze hebben evengoed een mening over de gang van zaken in het land, evengoed een mobiele telefoon. Ik ben er nog steeds niet aan uit wat beter is. Thuis een luxe leven hebben met alle materiele zaken om je heen, waardoor we allemaal afgeleid en verwend worden. Of hier een simpel, arm(er) leven lijden met het belangrijkste om je heen: familie.
Je realiseert je wel hoe kwetsbaar je bent hier. Als er iets gebeurt kunnen ze niks doen, ze moeten het zelf oplossen. Om in het dichtbijzijnste dorpje te komen moet je al een auto hebben, of wachten op een auto die eens in de zoveel tijd langs komt. Om bij een redelijk dorp te komen, moet je al 3 uur over een off-road weg, die af en toe niet eens begaanbaar is door de regen. En om in een fatsoenlijk ziekenhuis te komen ben je al dagen onderweg. Eng om te weten dat er geen back up plannen zijn zoals we in Nl hebben, daar is altijd wel iets te verzinnen om je leven te verbeteren en in veiligheid te brengen.
Het laatste stukje naar het onderzoekkamp was het moeilijkste. Veel smalle bruggetjes waar we net overheen konden. En een brug die niet meer begaanbaar was dus moesten we een omweg nemen, door de rivier. Maar de modder weg was ietsje lastiger dan Justine (chauffeur) dacht. We bleven maar vastslippen. Allemaal de auto uit en helpen stenen voor de wielen te gooien. Nog een paar keer geprobeerd, lukte nog niet. Godzijdank kwam er een auto van het Gorilla project hier in de buurt voorbij! Hij reed ons zo de modder uit. Zo’n auto komt misschien paar keer in de week langs, geluk, anders hadden we nog wel even vast gestaan. Na een tijdje kwamen we op een open plek met een bord: research kamp. Vervallen hutjes, gaten in het dak, ramen kapot, zag er niet heel vreedzaam uit. Gaan we hier al die tijd verblijven? Maar we reden door en een stukje verderop kwamen we bij een megamooi (en groot) geel huis uit, midden in de natuur. Ik kon mijn ogen niet geloven. Zo’n een mooi gebouw in de middel of nowhere, tussen de arme vervallen dorpjes. Hoe hebben ze al dat materiaal ooit hier gekregen??? Ik was zo gelukkig toen ik naar binnen liep, een grote woonkamer, simpele keuken, slaapkamer met deuren die op slot konden. Kan nog steeds niet geloven dat ze dit hier hebben gebouwd. Zelfs een tv, maar onze chauffeur is de accu vergeten dus we hebben geen elektriciteit in het gebouw. Heel slim…
Een vrouw en haar zon uit het dorpje verderop helpen ons met koken en schoonmaken. Beetje gek, het is niet dat ik t nou zo druk heb dat ik niet zelf zou kunnen koken.
’s Avonds werd ik meteen voor de leeuwen gegooid. Het regende en donderde, maar reden evengoed al naar het dorp om de eerste interviews te doen. Uittesten of ze mijn frans konden begrijpen. Ik was echt verbaasd hoe het liep. Ze verstonden me gewoon, probleem was alleen dat ik hun niet helemaal verstond als ze een heel verhaal antwoorden. Maar gelukkig kan Patrice helpen met vertalen. Ik merk wel dat het erg moeilijk is om al mijn vragen te stellen. Ik heb mijn vragenlijst heel wat aangepast. Over bush meat proberen ze bijna niet te praten, omdat eze weten dat het verboden is zo dicht bij het National Park. Maar een paar interviews en wat hulp van Patrice verder, durven ze langzaam te vertellen dat ze o.a. antilopes, zwijnen en kleine apen jagen en opeten. Van de ene kant vind ik het heel erg om te horen, maar van de andere kant begrijp ik de mensen ook heel goed. Als je ziet hoe weinig ze hier hebben, landbouw is heel onzeker omdat de olifanten en gorilla’s de velden beschadigen, supermarkt is verre van mogelijk te bereiken. Lokale marktjes hebben wat fruit en groenten. De enige manier om eiwitten binnen te krijgen is door te jagen en vissen rondom het dorp. Wat betekent dat ze ook in het Nationaal Park komen om te jagen. Maar het is hier zo afgelegen dat het onmogelijk is om jacht te controleren. De village chief (een vrouw!) vertelde me dat er 2 of 3 keer per maand iemand komt kijken of de dorpelingen zich aan de regels houden, maar dit heeft natuurlijk weinig zin. De dorpelingen vertellen me wel allemaal dat het de laatste jaren erg moeilijk is geworden om dieren in het bos te jagen. Naast dat het eigenlijk verboden is, zijn de aantallen afgenomen en is het moeilijk om aan bush meat te komen.
De maaltijden zijn weer even wennen, heel veel rijst. Als lunch rijst met sardines, met ruggengraad en al, lekker crunchy…
Vanochtend mijn eerste interviews alleen kunnen doen, en ik snapte ook nog wat er gezegd werd :D Partrice is af en toe niet te volgen wat die allemaal aan het doen is, dus die zat er niet bij om te vertalen. Maar de jongere mensen hier zijn best goed te volgen. Ze spreken wat duidelijker frans en praten langzamer. En met wat handgebaren erbij kom je al een heel eind.
Patrice vertelde vandaag dat er een mogelijkheid is dat we gorilla’s kunnen zien, maar dan moeten we geluk hebben. De mannen in het dorp werken bij een gorilla habituation project. Ze gaan iedere dag het bos in om de groep gorilla’s gewend te maken aan mensen, zodat ze in de toekomst eco-tourisme hier op kunnen zetten. Maar we moeten wachten totdat ze geweest zijn, voordat we weten waar de gorilla’s zitten en we met ze meekunnen het bos in. Ik hoop zoooooooo erg dat het kan!!! Dit is het dichtstbij dat ik ooit zal zijn bij wilde gorilla’s.
Wel handig dat je hier zoveel zweet van de hitte, hoef maar paar keer per dag naar de wc. Alleen ’s avonds gaat beetje moeilijk. Het is pikkedonker en ik heb geen idee wat er allemaal in het bos naast het huis zit. Dus ik plas ’s nachts maar in een flesje op mijn kamer :p
Vandaag zijn we naar een dorp verderop gereden om mensen te interviewen. Was niet helemaal goed voorbereid met mijn gympies aan, geen zonnebrand en een halve fles water. Maar je weet hier nooit wat de planning is voor een dag. De mensen in het dorp waren bijna allemaal weg, het bos ingetrokken om hun crops te beschermen tegen olifanten. Ze hebben daar vanalles naartoe geschouwd; rieten hutjes, met bed, matras, muggennet, kookspullen. Zelfs de village chief zat in zo’n hutje in het oerwoud. Het was een lange wandeling ernaartoe door de bush, Madagaskar flashback. Je moet niet teveel afwijken van de route die zij volgen want anders stap je zo in een strik of val voor bushmeat. Een paar takjes en een ijzeren draad en ze kunnen dieren vangen. Gelukkig hadden we 2 jongens uit het dorp mee die hielpen met de weg door het bos te vinden naar de dorpelingen en om de vragenlijsten in de lokale taal te vertalen. De oudere mensen spreken Gabonees waar geen bal van te verstaan is.
Ik merk dat de mensen die ik interview al wat makkelijker over bushmeat praten. Sowieso geven oudere mensen het sneller toe dan jongere, omdat het in hun tijd zo normaal was om iedere dag bushmeat te eten. Gorilla, olifant, gazelle, buffalo. Er was zo veel, zelfs vlak bij het dorp dus het was makkelijk om op bushmeat te jagen in die tijd. Jongere mensen zijn wat terughoudender omdat ze weten dat het verboden is om bushmeat te jagen sinds het opzetten van het National Park in 2002. Ik merk dat de mensen erg boos zijn over het vernielen van crops door olifanten, maar ze mogen er niks tegen doen omdat de olifanten beschermd zijn. Een paar norse mannetjes vertellen me zelfs dat als ze de kans krijgen ze er een omleggen omdat ze anders zelf geen eten hebben. Eerlijk gezegd vind ik dat goed te begrijpen, als ze anders zelf geen eten hebben. Ik hoorde vandaag van een man dat hun dorp moest verdwijnen toen het National Park opgezet werd. Ze kregen geen enkele compensatie en moesten maar ergens anders hun leven op zien te bouwen. Begrijpelijk dat het leven hier dan moeilijk is en mensen de kans aangrijpen als ze bushmeat kunnen verzamelen. Ik ben benieuwd hoe het in de toekomst gaat. Ze mogen geen dieren bejagen omdat het een National Park is maar daarnaast zijn er ook bijna geen dieren meer over. Zullen alle mensen hier naar grotere dorpen vertrekken? Ik hoor nu al van het merendeel dat de kinderen naar Tchibanga (groter dorp) vertrekken om naar school te gaan en om werk te zoeken. Ik denk dat de dorpjes hier langzaam gaan verdwijnen als mensen niet meer rond kunnen komen en in Tchibanga betere kansen krijgen voor werk.
Ik moet oma wel een beetje gelijk geven, de mensen hier lijken inderdaad een beetje op apen. Niet beledigend bedoeld, maar een van de jongens die met ons mee was vandaag was net een jonge gorilla. En de andere, Ami, komt steeds lokaal fruit en groente laten zien en proeven. Pompelmoes, mini limoentjes, hele lekkere bananen uit het bos, tarro (rare wortel achtig iets), wilde aardappels.
Ik blijf me verbazen over hoe een andere levensstijl ze hier hebben. De mannen werken echt hard, niks vergeleken met het (kantoor)werk in NL. Hier hebben ze zwaar fysiek werk in de snikhete zon, zonder het materiaal dat ze eigenlijk nodig hebben. Het is niet dat de mensen hier bijna doodgaan van de honger. Ze zien er goed uit, hebben 1 of 2 setjes kleren, schoenen, eten. Maar vergeleken met thuis is het zo een groot verschil, niet normaal!
Helemaal bezweet, verbrand, onder de muggenbulten en doornstruik-krassen kwamen we om 4 uur eindelijk terug bij het kamp. Mega honger, want we hadden sinds 8 uur ’s ochtends niet meer kunnen eten. Maar ik voelde me zelfs een beetje schuldig om mijn hongergevoel, hier eten ze echt niet zoals wij thuis gewend zijn om te eten. Wel weer fijn om terug te zijn in het huis, heeeeerlijk als je na zo’n lange warme dag een emmer water over je heen kunt gooien!
Nog geen apen gezien, maar vanochtend wel gehoord! Ze knorren hier net zo als de lemuren in Madagaskar.
De mannen uit het dorp hebben de groep gorilla´s niet kunnen vinden dus we kunnen vandaag nog niet het bos in gaan, shittieee! Interviews zijn klaar in dit dorp, dus het is een beetje wachten totdat we doorgaan naar het volgende dorp aankomende zondag en of we voor die tijd nog naar de gorilla´s kunnen.
Laat in de middag kwamen de mannen uit het dorp hun vangst laten zien, ze waren geweest vissen. De dikke karper mochten wij houden. Hij lag half doormidden gesneden in een pannetje. Ik was alleen thuis, maar hoorde opeens allemaal geluid in de keuken. Bleek dat beest nog te leven :O Zelfs toen Patrice hem open ging snijden, ingewanden eruit en in stukken gehakt had bleef zijn hart nog steeds pompen. Tijdens het avondeten kwamen de jongetjes uit het dorp met nog een pannetje aan. Patrice helemaal gelukkig. Ik mocht raden wat het was, goed naar de huid kijken. KROKODIL! Ze hebben vandaag een krokodil gevangen en delen het met iedereen in het dorp. Ik moest het wel proberen (uit beleefdheid en nieuwsgierigheid). In het begin was het best lekker, inderdaad beetje kip-achtig zoals Patrice vertelde. Maar na mijn tweede hap moest ik moeite doen om niet te kokhalzen. Het idee dat ik een krokodil aan het eten was. Wat als we morgen door het bos lopen en we nog een krokodil tegenkomen en die ruikt dat ik krokodil heb gegeten en daarom wraak wilt nemen. Bleehh!! Heb de rest maar stiekem terug in de pan gelegd doen Patrice even niet keek. Dan maar op rijst en maniok-dieet.
Vannacht werd ik wakker van een hele hoop lawaai. Was eerst beetje bang dat er iemand binnen was, maar wilde toch even gaan kijken. Het kwam van buiten, net of er met emmers gegooid werd. Misschien was het wel een gorilla of olifant :O Ben buiten gaan kijken met mijn koplampje maar ik kon niks zien. Zo jammer dat je weet dat je zo dichtbij ze bent, maar je ze nog steeds niet hebt kunnen zien!
1 april vandaag! Zouden ze hier ook grapjes uithalen? Wat kan ik hier verzinnen? Theezakje in de douchekop? Nee, we hebben geen douchekop. Huishoudfolie over de wc-bril? Nee ze hebben hier geen huishoudfolie. Suiker en zout omwisselen? Dan verpest ik voor de komende 2 weken mijn eigen eten, mwaahhh doe maar niet. Typische Afrikaanse grappen die ik kan verzinnen; gaten in muskietennet knippen (wel beetje een suicide-actie), matras onder het lekkende gedeelte van het plafond leggen, brandolie voor de lantaarntjes verstoppen, roze malariapillen omwisselen voor roze ibuprofen tabletten (nog een suicide-actie).
Alweer geen gorilla’s te zien vandaag, nog een dagje wachten. Morgen gaan we sowieso met de mannen uit het dorp mee het bos in. Hopelijk komen we dan toevallig wat dieren tegen!
IK HEB WILDE OLIFANTEN IN HET BOS GEZIEN!! :D
De jongens uit het dorp die rondom ons huis werken vroegen of ik zin had om even mee te gaan naar het dorp. Even een praatje (proberen te) maken met de dorpelingen. Leuk om te zien hoe het er hier aan toegaat. Vrouwen zijn elkaars haar aan het vlechten en ondertussen wijn aan het drinken, als de mannen eraan komen zetten ze de wijn snel weg, uit alle hoeken komen huilende baby’s tevoorschijn. Het gorilla-jongetje van gisteren ging weer pompelemoenen halen. Een oudere jongen, Steven, ging me heel trots zijn huis laten zien, zelf met tv. Heel het dorp zat binnen op elkaar gepropt om samen tv te kijken en zelf komt hij naar het onderzoekscentrum om samen met ons tv te kijken.
Na het dorp gezien te hebben reden we met een groepje weer terug naar het huis (onderzoekskamp), maar ze wilde me onderweg eerst nog laten zien waar de mandarijnen groeien. We moesten stukje het bos inlopen omdat de olifanten zowat alle mandarijnen opeten. De jongens klimmen als aapjes de bomen in om mandarijnen te plukken. Opeens hoorde ze struiken helemaal aan de overkant van de rivier bewegen. Olifanten? We hoorden ze al een paar keer tetteren, maar konden ze niet zien. De rest liep al terug naar de auto, maar een paar jongens bleven gelukkig nog even met me zoeken. En opeens zagen we ze op een open stuk, tussen de bomen en struiken door, voorbij lopen. Eerst het kleine mannetje en daarna kwam het grote vrouwtje voorbij. Ik was zoooooo gelukkig!! Daarna hebben we met z’n alle in het onderzoekkamp gevierd dat ik mijn eerste olifanten had gezien, met een kartonnen pak wijn die ze speciaal hiervoor gekocht hadden :D
Vandaag mochten Patrice en ik mee met de mannen uit het dorp om de gorilla groep te zoeken. Sinds 2003 zijn ze al bezig om de groep te habitueren maar het is erg lastig. Echt spannend, zo dichtbij gorilla´s. Bij ieder takje dat ik hoorde breken of spoor dat de mannen vonden hoopte ik dat het een gorilla zou zijn. Maar na een hele dag door het regenwoud te hebben geploeterd nog steeds geen gorilla. Onderweg hebben we wel bladeren gevonden die door gorilla’s half opgegeten waren, oude nesten van gorilla’s, slaapplekken van olifanten, pootafdruk van een panter en een slang. Die slang vond ik niet zo leuk. Zelfs de mannen bleven bang op een afstandje staan kijken, das geen goed teken. Ik maakt me ook wel beetje zorgen over die panter, maar blijkbaar vallen die geen mensen aan. De mannen hoopte juist dat we hem tegen zouden komen omdat ze dan zijn prooi af konden pakken en lekker bush meat te eten zouden hebben vanavond. Ze halen hier vanalles uit het bos. Bast van een bepaalde boom gebruiken ze in plaats van uien om mee te koken (rest van de middag in een uien lucht gelopen, ietsje minder). Hars van weer een andere gebruiken ze om kaarsen mee te maken. In het bos planten ze ook de tarro (soort aardappel) en cassava. Mocht tussen de middag wat proeven van wat de mannen mee hadden. Super lekker, leek beetje op gekookte aardappel maar dan beter. Morgen gaan we nog een keer mee het bos in, dan doorzoeken de mannen de andere kant van het stuk bos waar de groep gorilla’s vaak te vinden is. Laatste kans, alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft laat het lukken!
Laat in de middag wilden de jongens uit het dorp me nog een keer olifanten laten zien, maar dan van ietsje dichter bij. Niet de toeristen-safari die je altijd op tv ziet. Met de pironge de (krokodillen) rivier over en daarna te voet het bos in. Maar na nog geen 20 meter stond er al een olifant voor ons. Super vet om een wilde bos olifant van zo dicht bij te zien!! Ze vond ons blijkbaar ietsje minder leuk. Ze was aan het dreigen om aan te vallen. Steeds moesten we heel rustig stapjes terug zetten, dan snel stukje rennen, heel rustig weer kleine stapjes. En na tijdje wachten konden we weer ietsje dichterbij komen. Een van de jongens die helemaal voorop aan het kijken was of het veilig genoeg was zag dat ze een kleintje had, dus dat was de reden dat ze zo agressief deed. We zijn, toen de kust veilig was, nog doorgelopen het National Park in, een super mooie uitgestrekte savanne vlakte omsloten door dicht regenwoud. Er waren nog wat overblijfselen van hutjes te zien, waar het dorp eerst was geweest. Maar na het opzetten van het National Park werden de mensen uit hun huizen gezet en moesten ze maar ergens anders een nieuw dorp zien te bouwen. Steven’s grootmoeder woonde in 1 van de huizen, dus hij wist de weg. Hij kwam terug met pinda’s. Daarna kreeg ik nog een huwelijksaanzoek, hij wilde zijn vrouw wel voor me verlaten. Heel lief van ‘m, maar toen ik zag dat hij uit het oude huis ook een foto van een of andere Gabonese del mee had genomen, heb ik zijn aanzoek toch maar afgewezen.
Whoooeehooeee!! Ik heb vandaag apen gezien :D So so so so so happy! Excellent, magnifique, formidable!
Vandaag ben ik nog een dag met de mannen, die bij het gorilla habituation project werken, het bos ingegaan. Patrice was te moe en wilde een rustige zondag, dus bleef in het kamp. Goed ontbeten met havermout pap in plaats van rijst voor de verandering. Wel even de muizen keutels uit de pan vissen, maar daarna was het heerlijk.
Het was echt een super goeie dag in het bos! In de ochtend zagen we al heel snel Guenon aapjes door de bomen slingeren. Ze zijn zo mooi, net of ze geschilderde gezichtjes hadden. De kleintjes piepen heel hoog en de oudere knorren als varkentjes. Mijn dag kon al niet meer stuk. Laat in de ochtend vonden de mannen weer afgebroken takken en gorilla poep, ze zijn dichtbij! Ineens uit het niets een heel hard gebrul, de zilver rug lieten weten dat hij er was. De mannen gromde zachtjes terug om de gorilla’s te laten weten dat wij er ook waren. Zo een gek idee dat er ergens in dat dichte struikgewas een groep wilde gorilla’s zit. Het is nog een hele zoektocht voordat je bij ze bent. Ik schrok me iedere keer kapot van zijn gebrul, het is een heel hard en diep geluid. Heel voorzichtig liepen we steeds weer een stukje verder. Opeens zag een van de mannen die vlak voor mij liep een gorilla. En ik zag ‘m ook! Een stukje verder tussen dichte struiken kwam een gorilla in een opening voorbij lopen. Hij was niet heel goed zichtbaar, maar ik kon duidelijk zien dat een groot wollig zwart wezen even ging zitten, rondkeek en weer verder de struiken inliep. What the F… Ik had echt nooit durven dromen voordat ik vertrok dat het zou lukken om een Eastern Lowland Gorilla in het echt te zien! De mannen zeiden dat het normaal makkelijker is om ze te zien, ook van dichterbij, maar ze lopen nu heel veel omdat het moeilijk voor ze is om voedsel te vinden. Ik was al lang blij met het zien van in ieder geval 1 gorilla, voordat we weer verder moeten rijden morgen. Maar ik moest van de mannen nog een keer terug komen in de toekomst en dan zouden ze er heel veel laten zien. Eerst weer even sparen dan…
In de middag liep er opeens een stukje verderop een baby olifant ons pad op. Heel lief en onschuldig om te zien, maar dat betekent dat er ook een ongeruste mama olifant in de beurt is. Ze had ons al geroken en trompetterde om ons weg te jagen bij haar kleintje. Echt een super dag, maar aan het einde was ik wel kapot. Niet voor te stellen dat die mannen dit iedere dag doen. Normaal zijn ze met 2 teams, lopen ze ieder een kant op en kunnen ze de gorilla groep insluiten. Het is dan makkelijker om de groep te vinden. Maar omdat IRET op het moment weinig geld heeft, kunnen ze niet alle mannen uitbetalen dus kunnen ze maar 1 team op pad sturen. In augustus zijn de verkiezingen in Gabon en omdat dit zoveel onrust veroorzaakt houd de regering zich alleen hiermee bezig en stopt even met het subsidiëren van organisaties, bedrijven etc. Dat betekent dat IRET een aantal maanden zonder geld zit. Is toch niet in te denken dat in Nederland het uitbetalen van salarissen stilgelegd word als Rutten en Wilders weer eens ruzie hebben.
Morgen rijden we door naar het volgende dorp Mourindi, eerst afscheid nemen van het mooie regenwoud en leuke mensen in Doussala.
-
09 April 2016 - 22:32
José:
Hallo Elke,
Wat een avonturen hebt je weer meegemaakt!
Geweldig dat je de olifanten en zelfs een baby olifantje van zo dichtbij hebt gezien, geniet er nog maar lekker van.
We waarderen het zeker wat we hier allemaal hebben.
Nu maar hopen dat het niet bij een gorilla blijft............
Groetjes uit een zonnig Weert -
10 April 2016 - 12:06
Marjan:
Hoi Elke,
Het lijkt of ik een spannend boek lees, terwijl jij dat allemaal 'life' meemaakt.
Ongelooflijk!!
Je hebt wel heel wat hobbels te nemen. Wij zijn zo veel luxe gewend en zoals je schrijft,
vinden we dat meestal heel normaal. Daar is het gewoon overleven met heel weinig middelen.
Ik wens je alle goeds op deze spannende tocht. Hoop dat het je oplevert wat je ervan van verwacht.
Dan zijn uiteindelijk alle ontberingen dubbel en dik de moeite waard.
Heel veel groetjes uit Weert van Jan en Marjan -
10 April 2016 - 13:35
Thijs Van Heugten:
Hoi Elke
Geweldig die verhalen, of ik zelf in het boek zit,
SUPER, SUPER
Gr Thijs PS als je hulp nodig hebt ( al die mannen ) -
10 April 2016 - 21:40
Peter:
Weer een geweldig verhaal waarin je iedereen meeneemt en het gevoel neerlegt als ware we zelf in Gabon. Vandaag foto's op Facebook gezien. Vriendelijk mensen. Zo te zien geniet je. Ik ben trots op je Dikke kus -
11 April 2016 - 09:58
Els:
Ha lieve Elke,
Wat een verhaal zeg. Het lijkt wel of ik met je mee reis. Alles is zo in detail met veel humor weergegeven dat ik het verhaal zo voor mijn ogen zie afspelen. Wat fijn dat je al heel veel dieren gezien hebt.
Het zal wel de nodige aanpassingen vergen dat geloof ik meteen. Geniet er nog maar even van en zeker van al die huwelijksaanzoeken!!! Corné zal wel een beetje jaloers zijn.
Veel groetjes x
-
11 April 2016 - 10:58
Roel:
Hoi Elke,
Wat een verhaal weer.
Alsof ik er zelf bij ben maar ik heb dan wel een douche bij de hand.
Kei fijn dat je al een aantal (wilde) dieren bent tegen gekomen.
Kan niet wachten op het volgende hoofdstuk.
Groetjes Els en Roel XXX
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley